“Ik geef jou álle vrijheid!”

Onderstaand verhaal is gebaseerd op mijn gesprekken met vele koppels. Het verhaal is niet werkelijk gebeurd, maar had zeker op deze wijze kunnen verlopen. De karakters zijn volledig fictief.

 

Met verontwaardigde blik keek ze naar hem. “Wat bedoel je ‘ik mag niks van jou’? Ik ben je moeder toch niet!” De retorische vraag duwde zijn blik naar de punten van zijn schoenen. Hij leek zo inderdaad verdraaid veel op een jongen die net op zijn kop had gekregen. Haar woede was gewekt. Na twee minuten naar zijn opgekropte frustratie luisteren, kwam die van haar er nu uit. “En daarbij! Ik geef jou álle, maar dan ook álle vrijheid! Sporten, de kroeg in, en dan kom je nu met dat klote weekend?” Ze spuugde de woorden haast uit.

Ik moest snel handelen want de emoties liepen op. Ik zag in de gauwigheid twee ingangen voor de voortgang van het gesprek. De eerste was de rolverdeling. Zijn woorden ‘ik mag niks van jou’ gaf een inkijkje in hoe ze zich opstelden. Het leek erop dat hij een kind-rol innam en zij een moeder-rol. Een dynamiek waar de meeste koppels niet warm van worden. Waar we ook over verder konden praten waren haar woorden “ik geef jou alle vrijheid”. Die vond ik op dat moment het meest interessant. Dus daar gingen we.

Recht op jouw tijd?

Al pratende werden we het eens dat haar uitspraak de indruk wekte dat zij vond dat zijn tijd, aandacht en geld haar toekwamen. Haar woorden suggereerden dat het aan haar was om te bepalen hoe vrij hij is in het uitgeven ervan. Zijn vrijheid zou iets zijn wat zij kon geven of innemen. Nog terwijl ze het zei sputterde ze ook tegen: “Ja, zo zeg ik het wel, maar zo bedoel ik het ook niet helemaal.”

Dit was interessant. Haar woorden voelde voor haar kloppend en niet kloppend tegelijk. Kloppend, want ze waren een stel en ze mocht toch verwachten hij tijd, aandacht, geld en andere zaken aan haar besteedde? Maar anderzijds: ze vond ook dat hij zelf mag weten wat hij doet in zijn leven. Want is niet iedereen een vrij mens? We concludeerden: Zijn vrijheid was niet aan haar om hem te geven. Hij had het altijd al gehad.

De ruzie ontleed: het verborgen verlangen

Maar wat moet ze dan als hij niet doet wat zij wil? Eisen en bevelen waren haar strategieën. Maar ze schoten inmiddels tekort. We verkenden wat de wens was die achter haar eisende houding lag. Om dat te bereiken liet ze woorden als “hij moet..” voor wat ze waren en begon ze nu met “ik wil..”. “Ik wil zijn tijd en aandacht!”. Ze werd specifieker: “Ik wil dat hij aanwezig is bij verjaardagen van mijn familie. Ik wil dat hij in het weekend vaker met me langs de lijn staat bij de voetbalwedstrijd van onze oudste. En..”, ze haperde even. “Ik wil dat hij z’n mannenweekend daarvoor af zegt.” Hij zuchtte geërgerd. Het weekend klonk als ‘a big thing’. Toen ik vroeg of er nog een reden kon zijn waarom ze wilde dat hij het weekend af zei vertelde ze dat het haar stak dat hij nu een weekend weg wilde met de mannen, “omdat dat altijd zo gezellig is”, terwijl hun laatste weekend samen was uitgelopen op een ruzie. Zachtjes vertelde ze dat het al lang geleden was dat ze samen hard gelachen hadden.

Ze klonk verdrietig en gekwetst. Verdrietig over het ontbreken van plezier. Gekwetst omdat ze het idee had dat hij geen zin had om dat met haar te beleven maar wel met zijn vrienden. Ze bevestigde de analyse. Ze vroeg zich hardop af of hij het nog wel leuk vond met haar. Ze zei het zachtjes en het klonk als een biecht. Hij schrok zichtbaar. “Waarom zeg je dat dan niet eerder?”, was zijn wat kwade repliek gevolgd door het zachtere, bijna schuchtere, “Natuurlijk wel.. Ik mis dat lachen toch ook..”. Haar schouders ontspande zich en ze durfde hem aan te kijken.

Een onbedoelde machtsstrijd

Ze had het moeilijk gevonden om haar gemis te benoemen. Om de juiste woorden te vinden. Het was daardoor extra lastig om een gesprek te voeren over hoe ze samen haar, en zo bleek nu, hun behoefte aan plezier konden invullen. In plaats daarvan was ze gaan eisen. Ze eiste dat hij meer tijd zou besteden aan haar en het gezin. Meer tijd met hen betekende in elk geval dat hij niet plezier met anderen maakte, want dat deed haar veel pijn. En met haar eisen was ze een machtsstrijd gestart. Een machtsstrijd over zijn tijd en aandacht. Woorden als ‘ik geef jou alle vrijheid’ waren nu onderdeel geworden van hun ruzies.

Vrijwillige toewijding

“Ik wil helemaal niet dat hij tijd met me doorbrengt omdat hij zich gedwongen voelt!”, zei ze gefrustreerd. “Ik wil dat hij het uit zichzelf aan me geeft, uit vrije wil!”. Het lukte niet om zich werkelijk geliefd en gewild voelen door hem wanneer ze zijn aandacht onder haar eigen dwang verkregen had. Ze wilde helemaal geen gehoorzaamheid. Ze wilde zijn vrijwillige toewijding.

In de moederrol

Ze schrok ervan. Haar verlangen maakte dat ze zich enorm afhankelijk en kwetsbaar voelde. Klein haast. Want wat nou als hij zou zeggen “Nee, daar heb ik geen zin in?”. Ze kromp ineen bij de gedachte. Dus in plaats van zich in zo’n positie te manoeuvreren, maakte ze zich groot. Ze vertelde hem wat hij wel en niet kon doen. Zo groeide ze tegen wil en dank langzaam in de rol van zijn moeder. Als hij niet luisterde naar haar bevelen, eiste ze op, haar gedrag goedpratend door zichzelf te vertellen dat ze recht had op zijn aandacht. En ze had de maatschappij achter zich, zo vond ze op die momenten, want ze waren toch getrouwd?

De bokkige puberzoon

En hij? Hij had het gevoel het nooit goed te kunnen doen. Áls hij dan meeging in haar eisen en iets wat hij wilde doen offerde, dan reageerde ze alsnog ontevreden. Daarbij wílde hij niet echt toegeven aan haar eisen en dat liet hij merken ook. Hij ging mee, maar zat met over elkaar geslagen armen op de familieverjaardag, kletste alleen met de andere ouders langs de lijn of trok zich direct na het eten terug om gitaar te spelen. Als een puber zette hij zich op die manier af tegen het gebrek aan zelfbeschikking. Tegen zijn vrienden schreef hij in de appgroep grappend dat vrouwen je uiteindelijk allemaal aan de ketting willen leggen en voelde zich door hen eindelijk wél gehoord toen hij de lachende smileys als reactie zag binnenkomen.

De ruzie in een notendop

We begonnen samen te vatten: Omdat ze niet uitspraken dat ze naar meer plezier met elkaar verlangde konden ze ook niet tot een oplossing komen. In plaats daarvan ging zij eisen en bevelen en hij mokken en zich terugtrekken. Ze voelde zich meer en meer moeder en puberzoon in plaats van elkaars man en vrouw. Ze begonnen een beetje beschaamd te grinniken om hun eigen gedrag en onvermogen. “Nou, dat hebben we weer lekker voor elkaar gekregen!”, grapte ze.

Het plan

”En nu?” vroeg hij deels aan haar en deels aan mij. “Nu maken we een plan”, antwoordde ik.

Om situaties in de toekomst te voorkomen bespraken we dat er een aantal rode vlaggen waren waar ze op konden gaan letten:

-          Hij neemt een kindrol aan, te herkennen aan mokken en stampvoeten.
-          Zij neemt een moederrol aan te herkennen aan bevelen en grenzen voor hem bepalen.
-          Zij eist op
-          Hij trekt zich terug

Op zo’n moment zouden ze dan zeggen:
“Ho! Het gebeurd weer!”
Vervolgens namen ze 5 minuten de tijd om:

1.       Elk te bedenken waar ze naar verlangen
2.       Beiden hun verlangen uit te spreken
3.       De zin te zeggen “Hoe kunnen we er voor zorgen dat we allebei tevreden zijn?”
4.       Een antwoord op die vraag te zoeken

Als basisregels hielden ze daarbij aan:

-          Ieder moet zelf opmerken wat zijn of haar eigen verlangen is.
-          Het verlangen van de ander wordt verwelkomt en niet veroordeelt of ingedamd
-          Ieder moet zelf opmerken of hij of zij tevreden is met de oplossing én aangeven als dat niet het geval is. In dat geval wordt er verder gezocht naar een passende oplossing

Ze liepen de deur uit. Bij het aantrekken van de jassen maakte hij een grapje dat ik niet verstond, maar waar zij om moest lachen. Ze zaten op het juiste spoor.

Volgende
Volgende

Ongelukkig in de relatie: Los het op in 4 stappen.